Er is altijd wat 11 – Onaangenaam
Een fictief religieus verhaal deel 11. Elke overeenkomst met de werkelijkheid is zuiver toeval. Dit verhaal is bedacht en geschreven door Hanry
Meneer pasoor kijkt verbijsterd naar de man die hem net de vraag heeft gesteld. De man in het zwart met de sigaar blaast een wolk rook in het gezicht van meneer Pastoor. De eerwaarde krijgt hierdoor een hoestbui. Direct begint Janus weer te schieten met zijn befaamde woorden erbij: ‘Komaan pasoorke dansen zult gij!’ De man met de sigaar lacht luid en pakt een ijzeren klem. Aan die klem zitten weerhaakjes die er niet prettig uit zien. De man met de sigaar laat weten zijn geduld te verliezen. En Janus houd op met schieten en rent weg. De man met de sigaar zwaait dreigend met de klem en laat meneer pastoor weten dat zo’n klem in je kruis geen prettje zou zijn. Meneer pasoor krijgt nu zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd. En hij stamelt: ‘Maar…. maar over welk spul heeft u het?’ De man met de sigaar reageert geërgerd: ‘Jij kweet gheel koet welk spul…’ en met een dreigende blik drukt hij zijn sigaar uit op de knie van de eerwaarde. En staat op en adviseert de volgende keer wel te weten over welk spul het gaat. En de man loopt weg. Meneer pastoor snapt werkelijk niet waar ‘sigaarmans’ het over had. Wel zit hij nu met een pijnlijke knie en een brandgat in zijn pij. Zo kan die straks de mis niet doen. En hij mompelt: ‘Wat het ook is, het is goed mis.’
De bakker staat in zijn winkel de broden te tellen als hij bemerkt dat er een brood 🍞 verdwenen is. Spoorloos weg. De bakker denkt aan diefstal en loopt naar het raam, waar zijn telefoon ligt. Buiten valt hem op dat er een man van rond de 60 jaar al uren aan de overkant staat. Hij lijkt naar de winkel van de bakker te kijken. Al uren lang. Als de bakker zwaait naar de man kijkt de man schichtig weg. Om niet veel later weer de winkel stevig in het vizier te houden. Uh… figuurlijk dan. 🤔 De bakker vraagt zich af waarom die man dat doet. 🤔
Wordt vervolgt.
Volgende log komende woensdag rond de klok van 10 uur.
Meneer pastoor zit in nesten. De bakker weet niet wat denken over die man. Allemaal vragen.